-
1 crinkle
n. kreukel--------v. kreukelen; verfrommelencrinkle1[ kringkl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kreuk ⇒ (valse/ongewenste) vouw————————crinkle2〈 werkwoord〉1 (doen) kreuke(le)n ⇒ (doen) rimpelen, verfrommelen, verkreuken♦voorbeelden:1 my dress is all crinkled • mijn jurk is helemaal gekreukt/verkreuktcrinkled paper • geplooid/gerimpeld papier 〈 bijvoorbeeld crêpepapier〉
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский